Voorstel per belastingsoort

Onroerende- zaakbelasting (OZB)

De OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De nieuwe vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2016 zijn bepalend voor het belastingjaar 2017. In 2017 worden voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe WOZ-beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2017 geldig zijn. De waarde van een woning in Apeldoorn is ten opzichte van peildatum 1 januari 2015 (aanslag 2016) gemiddeld met 1,83% gestegen. De waarde van een niet-woning is gemiddeld gedaald met 3,47%.  
Uitgangspunt voor de berekening van de tarieven OZB is dat we de opbrengst gelijk houden. Een waardedaling leidt daarom tot een tariefstijging en een waardestijging leidt tot een tariefdaling. De leegstand wordt verrekend in de tarieven voor niet-woningen. Daarnaast houden we rekening met volume-effecten. Verder zijn de tarieven, zoals gebruikelijk, gecorrigeerd met de laatst bekende macronorm. Deze macronorm is conform de meicirculaire 2017 1,97%.
Daarnaast is in 2017 de OZB opbrengst extra verhoogd met € 1 mln. Hiermee bedraagt de totale tariefstijging van de OZB 4,3%. Tegenover deze stijging staat een daling van de opbrengsten van de rioolheffing en afvalstoffenheffing als gevolg van de wijzigingen van het BBV. De tarieven van deze heffingen zijn dienovereenkomstig aangepast. De gewijzigde tarieven leiden hiermee niet tot een wijziging van de lastendruk.

Bovenstaande wijzigingen leiden tot de volgende OZB- tarieven voor 2017:

Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening

2016

2017

Gebruikersbelasting:

niet-woningen

0,2993%

0,3234%

Eigenarenbelasting:

woningen
niet-woningen

0,1448%
0,3783%

0,1483%
0,4088%

Rioolheffing

Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een regenwaterzorgplicht en hebben zij een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel afvalwater, maar voor de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Het nieuwe BBV leidt tot lagere kosten voor riolering. Dit betreft met name lagere rentekosten. Daarnaast blijkt dat het onderhoud en de vervanging van riolen door de toepassing van nieuwe technieken minder kosten met zich meebrengen dan geraamd. Zoals voorgesteld in het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) gaan we in de toekomst meer investeren in afkoppelingen en natuurlijk afvalwaterbeheer (klimaatadaptatie). Voor deze klimaatadaptie wordt een spaarvoorziening gehanteerd om de kapitaallasten niet te veel op te laten lopen.
Rekening houdend met alle ontwikkelingen en beleidsvoornemens zien we dat er financiële ruimte is in de voorziening riolering voor een tariefsverlaging.
De gemiddelde aanslag rioolheffing in 2017 wordt verlaagd met 2,91%.

Berekening kostendekkendheid van de rioolheffing in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

9.565.839

Inkomsten taakveld, excl. heffingen

15.155

Netto kosten taakveld

9.550.684

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

624.789

BTW

1.572.160

Totale kosten

11.747.633

Opbrengst heffingen

11.231.297

Dekking

96%

Beleidsuitgangspunten
Het tarief is in 2017 niet volledig kostendekkend. In vier jaar tijd wordt toegewerkt naar een volledig kostendekkende exploitatie. De tariefschommelingen worden in de tussenliggende jaren geëgaliseerd. In de voorziening riolering is voldoende ruimte om deze schommelingen op te vangen.

De straatveegkosten worden voor 50% doorberekend in het tarief en de overige kosten, inclusief kwijtschelding, worden volledig doorberekend in het tarief.

Dit leidt tot de volgende tarieven 2017:

Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening rioolheffing:

2016

2017

gebruikers

0,0652%

0,0622%

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vast gedeelte verschuldigd. Het variabele deel wordt berekend  op basis van het aantal aanbiedingen restafval. Het vast gedeelte bestaat uit één tarief per huishouden, ongeacht de omvang van dat huishouden. Het variabel gedeelte gaat uit van het aantal liters inhoud per aanbiedmiddel, waarbij ervan wordt uitgegaan dat bij elke aanbieding de vullingsgraad 100% is.
De uitvoering van inzameling en afvoer van afval wordt uitgevoerd door Circulus-Berkel BV. Dit is een overheids-gedomineerd bedrijf waarvan de gemeente Apeldoorn aandeelhouder is.
Het nieuwe BBV leidt tot lagere (rente)kosten voor de afvaltaak. Als gevolg van de lagere kosten wordt het vastrechttarief in 2017 niet verhoogd.

Berekening kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

16.388.000

Inkomsten taakveld, excl. heffingen

3.037.000

Netto kosten taakveld

13.351.000

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

84.000

BTW

3.007.000

Totale kosten

16.442.000

Opbrengst heffingen

15.996.000

Dekking

97%

Beleidsuitgangspunten
Het tarief is in 2017 niet volledig kostendekkend. In vier jaar tijd wordt toegewerkt naar een volledig kostendekkende exploitatie. De tariefschommelingen worden in de tussenliggende jaren geëgaliseerd. In de reserve huisvuilrechten is voldoende ruimte om deze schommelingen op te vangen.
De kosten van kwijtschelding worden gedekt vanuit het tarief van de afvalstoffenheffing. De hoogte van de kwijtschelding per huishouden is gebaseerd op 9 ledigingen per jaar.
Bijlage 2.2 geeft inzicht in de reserve huisvuilrechten. De komende jaren is sprake van een jaarlijks tekort in de exploitatie van het huishoudelijk afval, dat door de reserve wordt gedekt. In dat tekort zijn de effecten van het nog vast te stellen recycleplan nog niet meegenomen. De effecten daarvan zijn afhankelijk van de besluitvorming welke in het najaar 2016 wordt voorzien. Het surplus van de reserve Huisvuilrechten wordt de komende jaren ingezet om de voorziene tekorten in 2017 en 2018 te dekken en om de effecten van het recycleplan op te vangen.

Samenvattend leidt dit tot de volgende tarieven 2017:

2016

2017

2018

2019

2020

Tarief vastrecht (per huishouden)

 159,39   

159,39 

163,22 

167,14 

171,15 

Tarieven variabel recht (per aanbieding):

120-liter container (restafval)

4,06

4,15

4,25

4,35

4,45

140-liter container (restafval)

4,73

4,84

4,96

5,08

5,20

240-liter container (restafval)

8,11

8,29

8,49

8,69

8,90

40-literzak (restafval)

1,35

1,38

1,41

1,44

1,47

1100-liter container (restafval)

37,14

37,98

38,89

39,82

40,78

Ontwikkeling woonlasten

In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld gegeven van de ontwikkeling van de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een woningwaarde van € 215.000.
Op totaalniveau stijgen de woonlasten in 2017 met 0,99%. Dit is aanzienlijk lager dan de stijging van de gemeentelijke kosten.

Woonlasten

2016

2017

% ontw.

Ozb

€ 305,53

318,67

4,30%

Rioolheffing
afval vastrecht

€ 137,57
€ 159,39

133,57
159,39

-2,91%
0,00%

afval variabel*

€   77,05

74,61

-3,16%

Totaal

€ 679,53

686,23

0,99%

* uitgaande van een aanbod van 9 ledigingen in 2017 per jaar voor een 240- litercontainer. In 2016 is het aanbod van restafval verder teruggelopen van gemiddeld 9,5 (in 2015) naar 9 ledigingen.

Overige belastingen, heffingen en rechten

  • Parkeerbelastingen

In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon- werk parkeren. Het streven is zo min mogelijk auto’s langs de openbare weg te laten parkeren en het gebruik van de auto voor woon- werkverkeer te ontmoedigen.
In 2015 zijn de tarieven aangepast en vervolgens in 2016 met de gewogen index verhoogd. Wij stellen voor om de tarieven voor 2017 mee te laten lopen met de gemeentelijke kosten en met 2,25% te verhogen.

  • Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven. Vooruitlopend op de hervorming van het lokaal belastinggebied wil het kabinet de precariobelasting op nutsleidingen afschaffen. Minister Plassterk heeft daarvoor inmiddels een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer.  Gemeenten krijgen maximaal tien jaar de tijd om de effecten van hun inkomensderving op te vangen. Gemeenten mogen maximaal het tarief in rekening brengen dat gold op 10 februari 2016, de datum waarop minister Plasterk het wetsvoorstel aankondigde. Voorgesteld wordt om de tarieven voor de precariobelasting te verhogen met 2,25% met uitzondering van de tarieven voor kabels en leidingen.

Precariobelasting netwerkbeheerders
In juli is uw raad geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de procedure Liander/gemeente Apeldoorn. Deze is nog niet afgerond. De opbrengst precariobelasting wordt daarom, lopende de  is daarom ook in de ingestelde voorziening geparkeerd.

  • Hondenbelasting

Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Uw raad heeft bij de invoering van de hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten van de maatregelen om de overlast van honden te beperken. Deze kosten betreffen voornamelijk de kosten voor het onderhoud van de hondenuitlaatplaatsen en hondencontrole. De kosten van deze taak zijn gelijk gebleven. Voorgesteld wordt om de tarieven voor hondenbelasting te handhaven op het niveau van 2016.

  • Toeristenbelasting

Voor de toeristenbelasting heeft uw raad in het verleden besloten dat de tarieven gedurende de peiode 2013-2016 worden aangepast overeenkomstig het consumentenprijsindexcijfer van het CBS in plaats van de gemeentelijke index. Het consumentenprijsindex cijfer is 0,0%. Ons college zal u, na de toeristenbranche gehoord te hebben, een voorstel doen voor het tarief 2017. Vooralsnog hebben wij geen tariefstijging opgenomen.

  • Reclamebelasting

De tarieven voor de reclamebelasting 2017 zijn op 23 juni 2016 door de raad vastgesteld. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de gemeentelijke in- en uitvoeringskosten, als subsidie beschikbaar gesteld aan de stichting Centrum Management Apeldoorn. Aan de subsidie is de conditie verbonden dat de stichting met haar activiteiten de aantrekkelijkheid van de binnenstad versterkt.

  • Marktgelden

Het streven is om de warenmarkten kostendekkend te maken. Op dit moment wordt gewerkt aan een toekomstvisie voor de warenmarkt. Deze visie zal eind 2016 gereed zijn. Op basis van deze visie zal in het voorjaar van 2017 ook gekeken worden naar de tarieven. Voorgesteld wordt de tarieven nu niet verder te verhogen dan met de intern gewogen index (2,25%).

Berekening kostendekkendheid van de marktgelden in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

303.824

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

58.167

Netto kosten taakveld

245.657

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

108.124

BTW

19.274

Totale kosten

373.055

100%

Opbrengst heffingen

368.760

Dekking

99%

  • Grafrechten

Voorgesteld wordt om de tarieven van de begraafplaatsenrechten per 2016 gemiddeld te verhogen met 2,25%. Hiermee zijn de grafrechten vrijwel kostendekkend.

Berekening kostendekkendheid van de grafrechten in €

kosten taakveld incl. (omslag)rente

1.163.000

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

107.000

Netto kosten taakveld

1.056.000

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag) rente

1.211.000

kosten

393.000

Totale kosten

1.604.000

100%

Opbrengt heffingen

1.541.000

Dekking

96%

  • Leges en rechten

De verschillende leges en rechten die worden geheven, worden in principe verhoogd met 2,25%.
Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals leges burgerzaken, is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde tarieven.
Het legestarief omgevingsvergunning, activiteit bouwen, wordt verlaagd van 3,3% naar 2,7%. Deze verlaging van het tarief is het resultaat van een verwachte toename van het aantal bouwaanvragen en de gewijzigde methode van kostentoerekening van overhead en personeelskosten als gevolg van wijzigingen in het BBV.

Berekening kostendekkendheid van de leges burgerzaken (inclusief) Naturalisatie) in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

2.495.528

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

0

Netto kosten taakveld

2.495.528

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

686.305

BTW

22.673

Totale kosten

3.204.505

100%

Opbrengst heffingen

3.209.278

Dekking

100%

Berekening kostendekkendheid van de leges Publiek Domein in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

225.150

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

0

Netto kosten taakveld

225.150

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

169.515

BTW

0

Totale kosten

394.665

100%

Opbrengst heffingen

228.838

Dekking

58%

Beleidsuitgangspunten
De volgende beleidsuitgangspunten zijn opgenomen in de legesverordening:

  • Het verstrekken van een digitaal aangevraagd uittreksel voor een persoon is goedkoper dan indien dit aan de balie of schriftelijk wordt aangevraagd.
  • De maximale tarieven van reisdocumenten en rijbewijzen worden door het Rijk vastgesteld. De gemeente hanteert deze maximumtarieven.
  • Het Rijk stelt de tarieven voor naturalisatie, Verklaring omtrent gedrag, uittreksel Burgerlijke Stand, verklaring huwelijkstoestemming en bewijs van in leven zijn vast.

Berekening kostendekkendheid van de leges omgevingsvergunning, activiteit bouwen in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

2.777.002

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

0

Netto kosten taakveld

2.777.002

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

975.553

BTW

126.061

Totale kosten

3.878.616

Opbrengst heffingen

3.878.616

Dekking

100%

Beleidsuitgangspunten
De volgende beleidsuitgangspunten tarieven omgevingsvergunning, activiteit bouwen zijn opgenomen in de legesverordening:

  • Volledige kostendekking (100%) van de taak vergunningverlening voor de activiteit bouwen (voorheen bouwvergunningen) bij alle betrokken organisatieonderdelen.
  • Het beschikbaar zijn van een buffer in de vorm van de egalisatiereserve bouwleges in relatie tot de risico's vanuit de bedrijfsvoering en continuïteit in de tariefstelling.
  1. Kruissubsidiëring binnen het tarief omgevingsvergunning, activiteit bouwen. Vergunningen met een lage bouwsom zijn niet kostendekkend.  Hiervoor is gekozen om de drempel voor het indienen van aanvragen voor kleine plannen zo laag mogelijk te houden en daarmee te bevorderen dat aanvragen voor omgevingsvergunningen worden ingediend. Een hoge drempel kan de clandestiene bouw bevorderen en daarmee de handhavingstaak vergroten. De kosten van handhaving dienen uit de algemene middelen opgebracht te worden.
  1. Normkostensystematiek: voor nieuwbouw en uitbreiding van gebouwen wordt de zogenaamde normkostensystematiek toegepast. Hierbij worden de leges berekend aan de hand van een vast bedrag per vierkante meter gebruiksoppervlakte. Met deze systematiek wordt ten dele tegemoet gekomen aan de kritiek op de berekening van bouwleges aan de hand van alleen de bouwkosten omdat dan grote projecten relatief veel meer betalen dan de kleine initiatieven (kruissubsidiëring). De vastgestelde normkosten komen hier enigszins aan tegemoet door kortingspercentages toe te passen op de grotere gebruiksoppervlaktes zodat hier enige nivellerende werking van uitgaat. Bovendien is het zo dat normkosten objectief zijn vast te stellen.