Integratie uitkering sociaal domein (3D’s)
De integratie uitkering sociaal domein binnen het GF (Wmo, Jeugdzorg en Participatie) is door het Rijk aangepast op basis van actuele inzichten, zoals loon- en prijsbijstelling 2016, volume ontwikkeling, vervallen ouderbijdrage jeugdzorg en SVB uitvoeringskosten trekkingsrechten.
In absolute bedragen gezien laten Wmo lokaal en Participatie (re-integratie) een lichte stijging zien ten opzichte van de in de VJN 2016 aangehouden reeks, WSW oud neemt behoorlijk af (verrekenen we met de Feluagroep) en Jeugdzorg gaat licht vooruit. Dat laatste is relatief, want we moeten uit ons rijksbudget vanaf 2016 ook de vervallen wettelijke ouderbijdrage opvangen. Het onderdeel Wmo beschermd wonen ontwikkelt zich ten opzichte van de bedragen die vorig jaar in de circulaires waren verwerkt positief. Echter niet zo positief, dat hierdoor de in de MPB 2016-2019 opgenomen hogere rijksvergoeding van structureel € 5,6 miljoen wordt gerealiseerd. In de eerste jaren resteert een bedrag van € 2 tot € 3 miljoen als nadeel. Hierbij merken we op dat de rijksvergoeding nog steeds is gebaseerd op een historisch verdeelmodel in afwachting van nadere uitwerking van de voorstellen van de commissie Dannenberg.
Tegenover de aangepaste rijksvergoeding komen uiteraard ook aangepaste budgetten op de programma’s 5 en 7 te staan. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de realisatie 2015 (jaarrekening). Dat betekent voor Wmo beschermd wonen, dat de tekortschietende rijksvergoeding nagenoeg wordt gecompenseerd.
Evenals afgelopen jaar is de rijksvergoeding voor de 3 D’s in deze BBB/ MPB leidend voor de beschikbare budgetruimte, waardoor het effect voor de AD per saldo neutraal is.
In programma 7 zal dan ook, net als in de MPB 2016-2019, sprake zijn van inverdientaakstellingen die via innovatie en transformatie van beleid gerealiseerd moeten worden.